Rassenonderzoek houtig kleinfruit

Nieuwe selecties en rassen van veredelingsbedrijven uit verschillende landen worden uitgetest in onze teeltsystemen en klimatologische omstandigheden. Het rassenonderzoek op pcfruit en PCH doorloopt 4 fases. Dit gaat van kennismaking met het ras in een screening, over bepaling van productiemogelijkheden en kwaliteitskenmerken tot toewijzing met optimalisering in bepaalde teeltsystemen. Uiteindelijk worden de geselecteerde rassen uitgeprobeerd en opgevolgd bij telers. Op die manier wordt getracht nieuwe rassen gemakkelijker ingang te laten vinden in praktijk. Doordat de commerciële sector vanaf fase 1 mee betrokken wordt in de beslissing of een selectie/ras naar een volgende fase kan doorstromen, zal een ras uit fase 4 ook commercieel gedragen worden. 

Braam

Fase 1: Screening van nieuwe rassen en selecties
Nieuwe rassen en/of selecties worden verzameld van verschillende veredelaars. In deze fase wordt vooral een visuele beoordeling uitgevoerd. Deze beoordeling gaat over het uitzicht van de vruchten, de geondheid van het gewas en de ziekte-, plaag- en weersgevoeligheid van de selctie/het ras. Productie en sortering worden gemeten, maar zijn – gezien de verschillende plantherkomsten – niet prioritair.


Fase 2: Gebruikswaarde onderzoek - verbreding
Rassen die uit het screeningsonderzoek goede resultaten opleverden, worden bij voorkeur vervolgens opgekweekt op dezelfde manier. Hierdoor wordt het mogelijk om de rassen onderling te vergelijken. Gewasparameters, ziekte/plaaggevoeligheid, productie, kwaliteit en smaak zijn hier dan de belangrijkste parameters. Vanaf hier zullen de rassen ook in verschillende teeltystemen bekeken worden.


Fase 3: Vergelijkend onderzoek via teeltproeven (teelttechnisch onderzoek) - verdieping
Rassen die in de twee vorige stappen goed gescoord hebben, worden op ruimere schaal getest. In deze fase van het onderzoek komen meer teelttechnische proeven aan bod, waarbij technische teeltaspecten in de diverse onderdelen van de aardbeienteelt worden toegelicht en onderzocht. Door diverse teelttechische aspecten te onderzoeken wordt getracht het ras te optimaliseren. Dit zijn bijvoorbeeld plantdichtheidsproeven, bepalen van koudebehoefte, bemestingsproeven,… In deze fase worden ook rasspecifieke problemen aangepakt. 


Fase 4: Telersproeven
Rassen die de vorige twee/drie stappen met succes doorlopen hebben, worden soms ook aangeplant bij telers. De rassen worden door de praktijkcentra bij de telers opgevolgd. Zowel de planteigenschappen, productie als de kwaliteit worden bekeken. De telers geven hun feedback over teeltgemak.