Weersvoorspelling

Bij weersvoorspellingen hebben we 50 % kans op een juistere of slechtere voorspelling.

De eerstvolgende 8 dagen zouden nog “koud” zijn. Dan wordt het warmer of komt de temperatuur boven de 10 °C uit. Dit is de minimumtemperatuur voor het verder actief worden van de perenbladvlooien en eileg.

Ondertussen door de dagelijkse vochtigheid of neerslag zullen de perithecien of ascosporen dragers verder aangerijpt zijn. De perenknoppen zullen ook verder ontwikkeld zijn alsook deze van de vroegste appelvariëteiten en siermalussen.

Voorbereiding spuitseizoen

< >

Zorg dat de grasbanen vrij en bereikbaar zijn. Snoeihout borstelen en klepelen. Plassen ontwateren.

Onderhoud, nazicht en kalibratie spuittoestel.

Afstellen van het spuitbeeld door middel van de verticale spuitwand. Veel spuittoestellen geven een slecht spuitbeeld. Door enkele aanpassingen kan dit verbeterd worden, voor meer info ga naar de website pcfruit/fruitteler/spuittechniek optimaliseren.

Zorg dat je product hebt voor de eerste behandelingen.

Schurft

Om de schurftdruk te verlagen, aangetaste bladeren van vorig jaar borstelen en klepelen. Doe dit op een morgen met bevroren grond.

Bij peer komt er steeds meer schurft voor. Dit omwille van het te laat starten met de bestrijding. De ascosporen van peren zijn altijd vroeger rijp en uitgestoten dan deze van appel.

Plaatselijk zijn de perenbomen te hoog voor een goede bestrijding van schurft en perenbladvlo in de koppen van de bomen. Hierdoor ontstaat er dan schurft of blad, vrucht en hout. Dit takschurft geeft conidien, deze hebben geen regen nodig voor een infectie.

Voldoende lange dauw of hoge luchtvochtigheid is voldoende om “jaarrond’, en gedurende enkele jaren infecties te veroorzaken.

In dergelijke percelen de spuittechniek aanpassen of de koppen van de bomen verlagen.

Bij appel ook opletten rondom de bloeiperiode, want hier worden de meeste ascosporen uitgestoten. Deze periode goed beschermen om de rest van het seizoen rustiger te kunnen zijn.

Perenbladvlo

Perenbladvlo worden actief vanaf 10 °C.

Op enkele dagen na was december warm genoeg voor activiteit nl. paring en eileg. En er werden dan ook al de eerste eieren gevonden.

De eerste 10 dagen van februari waren ook gunstig.

Vanaf volgende week geven ze ook opnieuw warmer weer.

Ondertussen zijn de eerste eieren ontloken en ka men larven zien rondkruipen. Zodra de bloemknop open komt te staan zullen ze dan ook in de knop kruipen.

Doe een grondige controle op eileg, larven en aanwezigheid van volwassen bladvlooien.

 

Waar en nog veel volwassen aanwezig zijn kan men nog met Surround behandelen. Gebruik de eerste keer 30 kg/ha, gevolgd door 20 kg/ha. Zorg dat alle delen van de boom wit zijn. Spuit op en neerwaarts voor dezelfde rij. Spuittoestel eerst grondig reinigen van leidingen en filters. Dan voor ½ à 1/3 vullen met water. Surround langzaam ingieten en roerend oplossen, dan de tank voor de rest vullen. Roerinstallatie steeds op laten staan bij een gevulde ton. De ton niet laten staan. Na het spuiten direct alles goed reinigen.

Waar er nog maar weinig volwassen aanwezig zijn en waar er veel eieren liggen met al veel ontloken eieren (doorschijnende eischalen) kan men al starten met de oliebehandeling van Sunspray 7E. Behandel op droge bomen en wanneer het een paar dagen droog blijft, gebruik 10 l/ha.

 

Opletten met olie en echte groene delen aan de uiteinden van de bloemknop bij vorst. Respecteer ook het aantal dagen tussen de fungiciden behandeling en de olie bij aanwezigheid van groene delen om fytotox te voorkomen. Zolang er geen groene delen zichtbaar zijn is dit niet nodig.

Perenpokmijt

In de percelen waar er vorig jaar meerdere bomen (± 10 %) met ganse takken met symptomen waren van perenpokmijt, bij de volgende zonnige en warme dagen behandelen met zwavel 6 kg/ha. De behandeling herhalen.

Bemesting

Zodra de zwartstroken gepoetst zijn meststoffen strooien.

Uw stikstof moet minstens 4 weken voor de bloei gestrooid zijn zodat hij op worteldiepte is ingeregend. Hoe dikwijls gebeurt het niet dat de stikstof weken blijft liggen omdat het te droog is.

Dus liever “te vroeg” dan te laat. Het is zelfs beter tijdig te strooien voordat de stroken zijn gepoetst. Eenmaal opgelost en ingeregend kan er dan nog gepoetst worden.

Het is nu te laat om nog te bekalken. Minstens 4 weken tussen een bekalking en meststoffen.

Kantrijen - bufferzones - spoelen

Er is te allen tijde, dus onder alle omstandigheden een bufferzone van 1 meter voor de herbiciden. Dus de eerste meter van het perceel zelf mag niet onkruidvrij gespoten worden. Dus ook geen grachten, grachtkanten, wegbermkanten en dergelijke spuiten.

Er is te allen tijde, dus onder alle omstandigheden een bufferzone van 3 meter voor alle behandelingen met een boomgaardspuit.

Dus alle kantrijen kunnen – mogen niet meer behandeld worden.

Bij niet naleving van deze bufferzones zullen er nog steeds middelen in het oppervlakte water komen. Hierdoor zullen de bufferzones nog vergroot worden, of zullen er steeds meer middelen verdwijnen. Bezoedeling van oppervlaktewaters ontstaat voor 60 à 90 % doordat de spuitoverschotten en het spoelwater na de behandeling in de beek, gracht of riool terechtkomt.

Dus steeds de overschotten verdund in het perceel verspuiten.

 Steeds het spuittoestel en de tractor op een verharde plaats met opvang afspoelen na gebruik. Het spoelwater behandelen door een biofilter, phytobac, Heliocee of anderen. Ga naar de website van pcfruit/fruitteler/restwater.

Spuitlokaal

Stock opnemen indien nog niet gedaan. Maak er ook gebruik van om deze in orde te zetten.

Alle type middelen bij elkaar, fungiciden, insecticiden, acariciden en duidelijk apart de herbiciden.

Vloeibare middelen onder granulaten en poeders boven op het rek. De nieuwe erkenningsnummers eindigen met P/B voor professioneel en België. Zet de oude verpakkingen zonder deze cijfers vooraan om eerst te gebruiken.

Zet de middelen voor andere teelten en eigen tuin duidelijk apart, voorzie een plaats voor de “vervallen” producten.

Alle middelen die voor oktober 2015 vervallen waren hadden moeten ingeleverd zijn bij Agrirecover!

Controleer of er nog een van de volgende middelen op uw rekken staan. Bij “vervallen” zetten of vooraan om op te gebruiken. Maak ook geen stocks aan van te vervallen komen producten.

Bacterievuur

Ieder jaar zijn er wel ergens bomen die nog laat in het seizoen aangetast worden. Een aantal bladeren van de aangetaste takken blijven hangen. Dikwijls kan men ook gemummificeerde vruchten zien. Zowel de bladeren, vruchten als takken zien er zwart uit. Bij dikkere takken en op de stam is dit zelfs een paarsblauwe kleur. Deze takken zullen nu niet uitlopen. Voor de bloei moeten deze delen van bomen of ganse bomen opgeruimd zijn.

Waar de fruitteler niet meer zelf mee snoeit is het gevaar groter dat dergelijke bomen niet werden waargenomen. Neem hiervoor nu de tijd.

Groeiremming

In de perenpercelen die te sterk groeien en waar men wil inzagen of wortelsnoeien nu uitvoeren.

Aanvraag voor afwijking van de fosfaat referentieklasse

In MAP 5 worden alle percelen in 2016 standaard in de referentie klasse 3 geplaatst (op de bodemanalyse uitslag 19-40 mg P/100 g droge grond) of maximaal 55 eenheden fosfor/ha geven, in 2017 standaard in klasse 4 (op de bodemanalyse uitslag > 41 mg P/100 droge grond) of maximaal 45 eenheden fosfor/ha voor fruitteelt en aardbeien.

Heeft u percelen die een lager gehalte hebben en waar er meer fosfor zou gestrooid mogen worden (vooral in het kader van het gebruik van organisch materiaal) dan kan u een afwijking aanvragen. Alle bodemstalen die u heeft vanaf 2012 komen hiervoor in aanmerking. Deze afwijking blijft dan voor 5 jaar geldig. Deze aanvraag moet voor 31 augustus ingediend zijn bij de VLM, zie voor formulieren www.vlm.be. Deze analyse uitslagen moeten steeds vergezeld zijn van een kopie van de luchtfoto van de verzamelaanvraag van het betreffende jaar met aanduiding van het perceel op de kaart.

Er kan een tegemoetkoming van 25 €/staal bekomen worden.

Op de percelen in klasse 1 (< 12 mg P/100 droge stof of maximaal 75 eenheden fosfor) en klasse 2 (12-18 mg P/100 g droge stof of maximaal 65 eenheden fosfor) moet er slechts 50 % van de fosfor in aanmerking worden genomen bij het gebruik van stalmest en boerderijcompost. Dit om het % koolstof te kunnen verhogen.

Erkende compost door Vlaco moet ook slechts 50 % van de fosfor in aanmerking worden genomen en dit geldt voor alle percelen.

Planten

Vóór het planten is het enige moment dat er voldoende goed verteerd organisch materiaal kan ingewerkt worden om het bodemleven te stimuleren. Dit heeft positieve effecten op de opbouw en onderhoud van de bodemstructuur, waterbergend vermogen van de grond, het verminderen van de uitspoelingen van voedingsstoffen, de beschikbaarheid van sporenelementen, op de drainage en betere doorwortelbaarheid van de bodem. Met andere woorden op de groei en productie van de bomen.

Waar het koolstofgehalte op peil is, is het toch aangeraden om ook nog op de zwartstrook goed verteerd organisch materiaal in te werken.

Hiervoor kan men Vivisol 25 kg/are gebruiken.

Opgelet: nooit onverteerd of vers organisch materiaal of mest inwerken. Dit geeft anaerobe gisting.

De grond enkel bewerken onder ideale omstandigheden. Dit geldt ook voor het planten.

Diefstal

3 maart 2016