Volgens sommige studies zijn Zandbijen (Andrena sp.) de talrijkst aanwezige bijenfamilie in fruitboomgaarden. Zandbijen zouden meer dan twee keer stuifmeel afzetten in vergelijking met Honingbijen en zijn volgens sommigen de belangrijkste wilde bestuivers zijn in de appelteelt. Zandbijen zijn grondnestelende bijen en brengen het grootste deel van hun leven onder de grond door. In Nederland vond men dat de Grasbij (Andrena flavipes) en het Roodgatje (Andrena haemorrhoa) de talrijkste vertegenwoordigers waren in zowel appel- als perenboomgaarden. Vooral het Roodgatje wordt regelmatig op de bloesems van appel- en perenbomen waargenomen. De soort is daarnaast ook vaak te zien op algemene voorjaarsbloeiers zoals paardenbloem en wilg, alsook op kleinfruit zoals aardbei. Deze bij verkiest horizontale nestplekken. Meestal liggen de nesten solitair, maar soms worden kleine aggregaties gevormd. Ze stelt weinig eisen aan haar nestplek en nestelt in zanderige gebieden in gazons, parken, weilanden of akkers. Nesten kunnen ook aangetroffen worden in dijkhellingen en bosranden. Zonbeschenen, schrale plekken in de boomgaard, taluds, zandhopen en zelfs tractorsporen worden gebruikt door verschillende soorten Zandbijen. Indien de grond te veel leem bevat, kunnen er op interessante plekken zandhopen aangelegd worden, eventueel gemengd met de aanwezige grond. Dit zijn kleine ingrepen die de bestuiversgemeenschap in de boomgaard een flinke boost kunnen geven.