Vóór aanvang van dit project vormde de ziekte Little Cherry één van de belangrijkste belemmeringen die de opmars van de kersenteeltsector hypothekeerde. LChV tast in hoofdzaak zoete kersen (Prunus avium) aan die na infectie kleine, smaakloze kersen geven die niet meer vermarktbaar zijn, maar ook zure kersen (Prunus cerasus), sierkersen en zelfs pruimen bleken latent te kunnen worden aangetast. Aangezien er geen curatieve behandeling voor aangetaste bomen beschikbaar is, moeten besmette bomen gerooid worden om verdere verspreiding van het virus te voorkomen.

 

De insleep van Little Cherry virus 1 en 2 (LChV-1 en LChV-2) is binnen Vlaanderen voornamelijk door oud geïnfecteerd vermeerderingsmateriaal gebeurd. Op basis van sequentie-analyses werd een snelle moleculaire Loop-mediated isothermal amplification (LAMP) detectietechniek ontwikkeld. De resultaten tonen duidelijk aan dat een diagnose stellen op basis van enkel bladsymptomen zeer moeilijk is, en dus dient te gebeuren mbv een moleculaire test (PCR, LAMP). Hierbij dient de bemonstering correct uitgevoerd te worden: in het najaar op een mix van bladeren met en zonder symptomen, het hele jaar rond op twijgen.

 

Naast de reeds gekende vector (appelwolluis) blijkt dat ook jonge nimfen van de zwarte kersenluis (Myzus cerasi) en de gewone dopluis (Parthenolecanium corni), LChV-2 ook effectief te kunnen overdragen. Bestrijdingsstrategieën voor insectvectoren en hygiënemaatregelen na rooien, werden in diverse praktijkproeven getoetst, gedemonstreerd en gecommuniceerd naar de doelgroep.

Kennisgebaseerde praktijkmaatregelen voor een betrouwbare beheersing van Little Cherry

IWT (VLAIO) 140967

Duur: 01/09/2015 – 31/08/2019

Contact: TWO-zoölogie: Tim Beliën (tim.belien@pcfruit.be) en Gertie Peusens (gertie.peusens@pcfruit.be)

Partners: ILVO

Financiering: VLAIO

Kennisgebaseerde praktijkmaatregelen voor een betrouwbare beheersing van Little Cherry