De interesse in de kersenteelt is de laatste jaren sterk toegenomen. Een juiste keuze van rassen is al een eerste belangrijke stap die gezet moet worden. Daarnaast moet men er zich ook van bewust zijn dat een rendabele kersenteelt in België enkel kan wanneer men een gedeelte van zijn productie overkapt. Regenachtige seizoenen geven aan dat de kersenteelt in België zonder overkappingen zeer moeilijk wordt. Ook in jaren met minder neerslag kunnen barstgevoelige rassen met zeer goede kwaliteitskenmerken dan onder overkapping geteeld worden.

In het rassenonderzoek worden nieuwe rassen beoordeeld op vruchtmaat, smaak en barstgevoeligheid. Het pluktijdstip is ook een belangrijk criterium. In 2014 stonden er 56 nieuwe kersenrassen op de Proeftuin. De aanbevolen rassen zijn:

  • Vroege rassen: Poisdel, Samba
  • Middentijdse rassen: Hertford, Korvik, Grace Star
  • Late rassen: Rubin, Penny

De barstgevoeligheid van Poisdel, Grace Star en Penny is sommige jaren hoog. Deze rassen kunnen moeilijk zonder overkapping geteeld worden.

Een aantal rassen werd ondertussen al op een iets grotere schaal opgeplant. Het gaat om de rassen Hertford, Samba, Korvik en Grace Star. De bedoeling is om een beter beeld te krijgen van de vereiste teelttechnieken voor elk ras. 

Poisdel
Poisdel
Hertford
Hertford
Grace Star
Grace Star
Penny
Penny

Onderstammen

Gisela 5 is een vaste waarde. Om te overkappen kan een kleinere boomvorm aangewezen zijn. Voor zelfbestuivers is een iets sterkere onderstam mogelijks zinvol. De groeikracht van Gisela 3 ligt 15 tot 25 % lager dan bij Gisela 5. De kleinere vruchtmaat is een aandachtspunt, maar hoeft geen probleem te zijn. Gisela 6 is groeikrachtiger. De productiviteit blijft bij Lapins sterk achter en ook de vruchtmaat is net als bij Samba niet groter. PiKu 4.20 geeft veel sterke en onbruikbare scheuten en blijft duidelijk achter in productie. De bomen op Krymsk 5 halen een groeikracht die 35 % hoger ligt dan bij Gisela 5. De productie is voorlopig niet hoger en de vruchtmaat is vergelijkbaar. Bij Kordia en Summit groeit Gisela 12 en Gisela 148/13 sterker dan Gisela 5. Weiroot 720 is in deze proef minder groeikrachtig dan Gisela 3. Bij Regina werden in 2014 WeiGi 1 en WeiGi 2 in vergelijking met Gisela 5 in proef gelegd.

Overkappingen

In seizoenen met veel neerslag is het telen zonder overkappingen in België haast onmogelijk. Bovendien zijn zowel de vruchtmaat als de smaak en kwaliteit meestal beter, omdat de kersen een paar dagen langer kunnen blijven hangen. Te laat geplukt kersen leven wel sneller af. Het lichtverlies is evenwel een belangrijk aandachtspunt. Bij Quick-Zip is er momenteel een verlies van zo’n 35 %, bij Voën is dit 48 %.

Systeem Voën
Systeem Voën
Systeem V-haag
Systeem V-haag

Bemesting

Een belangrijk aspect van de teelt is een evenwichtige bemesting voor een goede productie en een goede kwaliteit. Bij Korvik is gefractioneerd bemesten niet noodzakelijk, maar wel nuttig naar bloembot- en vruchtkwaliteit. Irrigatie geeft een meerwaarde naar zowel productie als vruchtmaat en laat het toe gerichter te bemesten. Fertigeren geeft bij Korvik geen meerwaarde. Bij Samba heeft fertigeren wel een positief effect op de vruchtmaat. De productie en vruchtkwaliteit worden niet verbeterd. Bij de proef op Schneiders Nortwunder (opgestart in 2013) geeft de samengestelde meststof in combinatie met een bodemverbeteraar voorlopig een gelijke productie. Bij Grace Star is er in 2013 een irrigatie/fertigatieproef opgestart om verschillen in bemesting op korte termijn te onderzoeken. Fertigeren gaf duidelijk een sterkere groei bij de start.

Duur

01/01/14 – 31/12/18

Financiering

Operationele programma’s van de telersverenigingen (GMO)